Als fotograaf herken je het vast wel; kleurzweem! De reflecterende kleur op je model dat veroorzaakt wordt door een felle of reflecterende kleur. Dit wordt vooral veroorzaakt door heel opvallende en harde kleuren. Zo herken je vast wel de rode zweem onder iemands kin wanneer degene een knalroze shirt aan heeft. Of nog meer herkenbaar.. Een groen gezicht wat veroorzaakt wordt door het jonge blad of wanneer je jouw model (of hond) in het gras zet. En over de groene kleurzweem wil ik het graag hebben. Je kunt het achteraf met veel gedoe in Lightroom of Photoshop corrigeren. Maar het is handiger om het te voorkomen. Want dat scheelt je weer tijd die je kunt besteden aan leuke dingen. Hoe je dit doet? Daarvoor ga ik een klein lesje biologie geven. Want als je veel met natuurlijk licht fotografeert, en vooral buiten in de bossen, dan word je vanzelf wel een beetje een soort van “boswachter.”
Vooropgesteld, licht- en kleur benader ik puur wetenschappelijk. Dit is voor mijzelf handig. Want ik wil- zoals met alles- niet alleen weten hoe- maar vooral waarom het zo is. Want als ik het “waarom” begrijp, dan weet ik ook hoe ik het in mijn voordeel kan laten werken. En zo weet ik in elk geval ook dat ik niets uit mijn duim zuig. ;)
Laten we beginnen met wat dat groen is? Zonlicht bestaat uit verschillende kleuren. En planten kunnen het rode licht hiervan het beste gebruiken om zuurstof te produceren. Het minst goed werkt het groene licht. En daarom kaatsen bladgroenkorrels dat groene licht terug. En dit is waarom wij groene planten zien.
Nu iets over licht: hoe meer licht door een onderwerp geabsorbeerd wordt, hoe donkerder het wordt. Daarom is zwart geen kleur. Dat zijn namelijk alle kleuren bij elkaar, helemaal opgezogen. Kort gezegd: zwart kan niets reflecteren omdat simpelweg al het licht is geabsorbeerd. Dus een diepe schaduw heeft eigenlijk al het licht geblokkeerd.
Wit is ook geen kleur. Dat zijn namelijk alle kleuren bij elkaar die gereflecteerd worden. En daarom wordt dat zo helder. Wit reflecteert wel. Je kunt in 100% wit- of zwart geen detail meer zien. Denk maar aan clipping in de hooglichten of dichtlopers in de zwarten als je een foto gemaakt hebt. In beide gevallen vind je geen detail meer terug.
Als je in de natuur kijkt, zie je nergens 100% wit of 100% zwart. Deze “kleuren” bestaan in de natuur simpelweg niet. Of het is heel donkerbruin- of het is creme. Een witte bloem heeft bijvoorbeeld altijd wel iets van een zachte geeltint in haar wit. Maar genoeg hierover.. Ik had het over groen!
Als je een boswandeling maakt, dan zie je dat de bladeren van de bomen uit verschillende gradaties groentinten bestaan. En als je nog wat verder kijkt, dan zie je vaak dat hoe dunner het blad is, hoe lichter (en feller) het groen is. Andersom ook, hoe dikker het blad, hoe donkerder het groen. Je kunt dus stellen dat het dikkere blad meer licht absorbeert. En hierdoor wordt het donkergroen en reflecteert het minder groen. Want hoe donkerder iets is, hoe meer licht het absorbeert, hoe minder reflectie het geeft. Denk maar aan het blad van een hulst. Als je iemand ernaast zet, geeft het niet of nauwelijks een kleurzweem. Zet je daarentegen iemand in de zomer onder een eikenboom, dan heb je een enorme kleurzweem. Want het eikenblad is dan nog jong. En dus, lichtgroen. Hier kan het licht beter doorheen schijnen. En dit veroorzaakt weer een groene kleurzweem. Een eik bloeit namelijk pas in de herfst, dus het is logisch dat de bladeren in de zomer en lente nog dun zijn. Naarmate het jaar verstrijkt wordt haar blad dikker en volwassener. En dan wordt de kleurzweem ook minder ook omdat de toegenomen dikte van het eikenblad het licht absorbeert.
Nu heeft de mate van hoe hoeveel kleurzweem je krijgt, ook te maken met de intensiteit van het licht dat je gebruikt. Hoe harder het licht, hoe minder reflectie en andersom. Want de hoeveelheid licht is uiteindelijk hetgeen waar alles om draait. Over licht- en hoe het werkt, daar kan ik uren over praten. Maar voor het gemak houd ik het even bij groene kleurzweem voorkomen.
Eigenlijk is het heel simpel. Hoe dichter je onder het groen van jong blad gaat staan, hoe sneller je kans hebt op kleurzweem. Je moet dus afstand nemen van de bladeren! Dus zorg dat je model niet dicht bij de onder- of achtergrond zit wat het licht reflecteerd. Zoek dus naar bomen waarvan de takken heel hoog hangen, laat je model niet zitten in het groene gras. En kies voor “dik” blad. Want dit geeft weinig tot geen reflectie.
De hoeveelheid licht is hierbij ook van invloed. Gebruik je heel zacht licht, dan is de kans op kleurzweem groter. Let dus ook vooral goed op het licht! Hoe zachter het licht, hoe meer kans op kleurzweem.
Eigenlijk moet ik het je gewoon laten zien om te begrijpen. Dan landt het ook veel beter. En zo weet je ook waar je op moet letten. Tijdens de workshop "Magie van het licht" of de complete fotografie opleiding, leg ik dit allemaal stap-voor-stap uit en laat ik het ook zien. Maar voor nu heb ik alvast een tip voor je: Maak een mooie (bos)wandeling en laat je camera thuis! Dan zie je vanzelf wat ik bedoel. En weet je ook waar je de volgende keer rekening mee kunt houden als je weer last hebt van groene kleurzweem.
Het is een heel theoretisch verhaal geworden maar ik kan alles in een simpele zin samenvatten:
“Alles altijd draait om het licht!”
En dat kun je gelukkig heel goed sturen en controleren.
Een reactie posten